Wat schrijft de pers
We hebben een aantal krantenartikelen voor je op een rij gezet. De afgelopen jaren zijn we verwend met zeer positieve reviews en recensies van zowel de nationale- als internationale pers.
★★★★★
The Roaring Twenties is een grandioos uitgevoerde choreografie
Het vijftal van Släpstick brengt een schitterende ode aan de grootheden van de stomme film. In The Roaring Twenties bewijzen ze dat slapstick geenszins voorspelbaar hoeft te zijn.
by: Jelle Brumsen
Een gesoigneerde heer brengt bellend in een telefooncel een serenade. Buiten gaat het regenen, één voor één zoeken straatmuzikanten – onverstoorbaar doorspelend – een schuilplek. Het gevolg: een bomvolle telefooncel, waar onder meer viool, klarinet en contrabas wordt gespeeld, terwijl de heer ondanks de afleiding en verdrukking zijn liefdesverklaring tot een goed eind probeert te brengen.
Als deze muzikanten iets goed kunnen is het wel op een geweldige manier op hun plaat gaan
door: Annette Embrechts
Wie een uur voor aanvang vanuit de coulissen de warming-up bekijkt van muziektheaterband Släpstick, ziet geen strijkers hun snaren stemmen of blazers hun lippen om het koperwerk krullen. Deze aan het conservatorium opgeleide muzikanten rennen in de theaterzaal de trappen op en af, doen tientallen push-ups, de een nog fanatieker dan de ander. En ze trekken zich veelvuldig op aan de manteau, de omlijsting van het podium die schuilgaat achter het theaterdoek. ‘We blijven in ons hart een stelletje competitieve pubers’, zegt oprichter Rogier Bosman (47), die als componist en arrangeur de meeste composities voor de groep schrijft. ‘Als de een iets kan, wil de ander dat ook kunnen.’
Hun bonte verzameling instrumenten – van banjo en pianola tot glasharp en concertina – wacht geduldig tot de toneelmeester het sein geeft: ‘Vijf minuten voor aanvang!’. Dan rekken de warmgelopen heren nog één keer hun stembanden op, strijken hun krulsnorren strak en checken hun verhoogde hartslag. Voilà, haal het doek maar op, de show kan beginnen.
Dansen op de vulkaan met jarig Släpstick
door: Margriet Prinssen
Het moet een ‘onovertroffen, magnifieke, chique, swingende, zingende, roerende, ontroerende, champagne proostende, créme-de-la antirimpelcréme belevenis’ worden. Met ’The Roaring Twenties’ viert Släpstick feestelijk haar 25-jarig bestaan.
Sl pstick ontstond in 1997 onder de naam Wëreldbänd: een aantal jongens die elkaar kenden van het conservatorium met gevoel voor humor en zin in muzikale avonturen. Binnen de kortste keren brengen ze een enorm scala aan muziekstijlen en instrumenten in het repertoire. In 2005 maken ze de sprong naar het theater. De grote internationale doorbraak komt met hun met vijfsterren bekroonde voorstelling Släpstick 2017), waarna ze dat voortaan kiezen als naam voor hun gezelschap. Släpstick is variété, theater, nostalgie, muziek, fysieke humor; virtuoos muzikaal entertainment met een moderne twist.
Net als in een Chaplinfilm: er gaat altijd wel wat mis in deze Släpstickshow
In de nieuwste show van muziektheatergroep Släpstick kan het publiek zich vergapen aan The Roaring Twenties.
door: Ally Smid
Ze noemen zich ‘de crème de la antirimpelcrème’ van het theater. Hun virtuoze släpstickshows worden geroemd, ook in het buitenland. Zodra het weer kan, spelen de vijf muzikanten van Släpstick hun jubileumshow – ze bestaan 25 jaar. Rogier Bosman (47) is een van de vijf.
★★★★★
Verrassende muzikale zotternijen van SLÄPSTICK
by: Henk van Gelder
Ze zijn vijfkoppig, maar bespelen een veelvoud aan instrumenten die ze bovendien telkens aan elkaar doorgeven. Släpstick zit vol visuele gekkigheid.
De pianola staat vóór aanvang al te pingelen en het toneelbeeld oogt als een uitdragerij vol spullen die muziek kunnen maken. Dit is de nieuwe show Släpstickvan de Wereldband die eerder onder meer faam verwierf met muzikale zotternij in theatershows rondom Ellen ten Damme en Karin Bloemen. Ze zijn vijfkoppig, maar bespelen een veelvoud aan instrumenten die ze bovendien telkens aan elkaar doorgeven. En ze beheersen ook het variétévak op lachwekkend hoog niveau, met een clownesk arsenaal aan visuele gekkigheid.
Släpstick, vaardig geregisseerd door Stanley Burleson, is een spectacle coupé waarin de Wereldband-mannen vaak ietwat Chaplineske mannetjes zijn die hun muzikale santenkraam presenteren met tragikomische oogopslag. In de Chaplin-song Smile tonen ze aan dat door het mondstuk van een tuba ook kan worden gezongen. Een stervende zwaan wordt, met een stemmig stukje Saint-Saëns, gered door een voorbijflitsende schaatser. Schubert wordt hoogst welluidend vertolkt met viool, klarinet, gong en een beetje piano. En stukjes uit recentere nummers, zoals Raindrops keep falling on my head en Bohemian Rhapsody, krijgen iets onbedaarlijk koddigs als ze in het Duits zijn vertaald, en opklinken in de stijl van de vooroorlogse Comedian Harmonists.
Sommige scènes kan men flauw vinden (de zanger die telkens de tekst van Unforgettable vergeet), maar dat doet er niet toe. Steeds komt er dan snel weer iets verrassends.
★★★★★
PROOF THAT SLAPSTICK IS ALIVE AND KICKING
by: Rinske Wels
How wonderful that the five extraordinary musicians of Släpstick are making an ode to an almost forgotten art form: slapstick. And they do it magnificently. They don’t brush their admiration for their role models under the carpet: Laurel & Hardy, the musical madness of Spike Jones and his orchestra, and the acts of the great Mini & Maxi. Director Stanley Burleson, who earned his stripes in musicals, has constructed a flowing whole with something new to see in literally every moment on stage as well as a host of recurring elements.
The setting of the show ‘Släpstick’ reminds you of a tasteful, smoky nightclub from the twenties. This production exploits strong physical humour and includes two silent films – one starring the fantastic Brigitte ‘Kahndorf’ as the diva who has lost her dog – accompanied with live music by the performers. The acts follow one another in rapid tempo, all effectively based around the music.
Take for example the five gentlemen in dapper white jackets with black piping and straw hats. They walk on and take their places, one counts off, and they launch into contemporary pop hits – but a capella and in German. Recognisable, hilarious and disconcerting. ‘Hello’ by Lionel Richie becomes ‘Hallo, sucht Du veilleicht nach mir’. Mayhem breaks loose when we hear Sonneveld’s ‘Zo heerlijk rustig’ (‘So nice and quiet’), but whatever happens, the show goes on. Phenomenal.
Another fine moment is a romantic ode by two of the performers, taking it in turns to woo a lady in the first row. The accompanists must swap faster and faster between a mandolin and guitar, stuck to each other back to back. This can only happen with Släpstick. It appears that they have found their definitive form in their sixth production. Proof that slapstick is still alive and kicking was found at the fully packed premiere, where the many children shrieked with glee at every seemingly simple blunder: ladder against head, a ridiculously large boxing glove or a collapsing chair.
The performers have sophisticatedly forged all elements together, and continue to amaze with every fresh finding. Inspired by a regal tradition, with a modern interpretation. A richly filled sweet shop that you can’t get enough of – ‘Släpstick’ is guaranteed to keep you on the edge of your seat. A deep bow for the craftsmanship of Släpstick.
★★★★★
WITH SLÄPSTICK YOU WON’T KNOW WHAT HAS HIT YOU:
THEIR NEWEST SHOW HAS UNPARALLELED LEVELS OF AMUSEMENT!
by: Patrick vd Hanenberg
The five performers refer to rich traditions whilst being unbelievably innovative.
A shaky elderly gentleman peskily blocks the parterre entrance with his walking frame. Later, we see him again in a masterful Buster Keaton-esque act as a senile singer. In the meantime, a musician on stage shoots a swan out of the air, that goes on to play its own role in a fantastical variant of the Swan Lake ballet. Even then, we’re only just getting started. These five musical clowns fit enough material for two first-rate shows into one production.
Slapstick, music hall and silent film are genres that don’t immediately appeal to everyone. There is no other explanation for why this group of artists is consistently ignored by television stations. Släpstick’s love for the music hall tradition positively drips from them, with references to Chaplin, fairground romanticism, and the German depression-era a capella group Comedian Harmonists. But at the same time, their shows are delightfully modern, innovative and humorous.
Together with Percossa and the Ashton Brothers, and boosted by director Karel de Rooij (the ‘mini’ of Mini & Maxi) the group displays the best evidence that the disappearance of this genre would be a great impoverishment for the theatre world. The newest production of Släpstick has unprecedentedly high levels of amusement.
You literally won’t believe your eyes: the drummer and his instruments are physically slung around the stage, five musicians plays the same double bass at once, the slide of the trombone turns out to be both a flute and a violin bow, and even the clarinet mouthpiece is a fully functioning instrument in the hands of Släpstick. A phenomenal production.
Andere quotes
Lees hieronder nog meer reviews.
KLIK OP DE ONDERSTAANDE QUOTES OM HET HELE ARTIKEL TE OPENEN.
DAILY MAIL
★★★★★
‘buy a ticket while you still can’
★★★★★
‘a tour-de-force musical extravaganza’
The HERALD
★★★★
‘hugely entertaining’
FIFE Today
★★★★
‘a show that zings with energy and fun’
The LIST
★★★★
‘as impressive as it is funny’
Broadway Baby
★★★★
‘boundless talent, (…) irresistible show’
The SCOTSMAN
★★★★
‘unexpected, genuine poignancy’
The STAGE
★★★★
‘meticulous musical clowning’
★★★★
DANCE, PHYSICAL THEATRE & CIRCUS REVIEW: SLÄPSTICK
by: Andrew Eaton-Lewis
Edinburgh Festival Fringe: Fans of Mikelangelo And the Black Sea Gentlemen might enjoy this Dutch troupe, whose Fringe debut offers a similar combination of musical virtuosity and anarchic spirit, although the humour is largely physical.
Släpstick, on the surface, is a homage to a golden age of physical comedy – chairs collapse, musical instruments are made into weapons, and there are numerous direct references to Buster Keaton and Laurel and Hardy (who appear on film at one point as the cast mirror their dance moves). A Marx Brothers-style fairground huckster whose sales patter is virtually incomprehensible is an early highlight and develops into an inspired running joke, as the audience is invited to try and win prizes in increasingly outlandish ways.
It’s the music, though – all performed live by Släpstick, on an impressive variety of instruments – that ultimately ties it together, from a series of hilariously strange barbershop style, a cappella renditions of familiar songs (includingly, incongruously, Uptown Funk as you’ve certainly never heard it before, probably even in Holland) to a fantastic scene featuring various sizes of accordions. And there is unexpected, genuine poignancy in the moment when a frail old man with shaking hands, after several comical minutes of unsuccessfully trying to get to a microphone, finally manages to sing (some of) Nat King Cole’s Unforgettable.
Släpstick deserve to find a wide audience. Children, in particular, will love them – my four-year-old spent half the show mesmerised, the other half hooting with laughter. A small warning to female audience members: if you don’t fancy being the focus of Wereldband’s attention for a considerable while, as they take turns attempting to seduce you for laughs, maybe don’t sit in the middle of the front row.
★★★★★
CLOWNING GLORY IN MIX OF MUSIC AND COMEDY SKILLS
by: Alan Chadwick
ThIs virtuoso musical and comedy from Dutch five-piece Släpstick arrives in edinburgh for its UK debut trailing hosannas and five-star reviews from the Netherlands in its wake. And it’s easy to see why.
Each year, the Fringe seems to throw up an unexpected sleeper hit that begins by playing to halfpacked houses (as was the case when I caught the show) before word of mouth gets around.
It quickly becomes one of the must-see shows in edinburgh and could run for a further month and still not satisfy the demand for tickets. At least, that’s the fate I sincerely hope befalls this hilarious ode to vaudeville, whose touchstones include Charlie Chaplin, Buster Keaton, the Marx Brothers, spike Jones and Laurel and hardy. Put simply, slapstick is utterly wonderful. so much so, in fact, that if I could clear a date in my diary and go to see it every day, I would. As proceedings get under way on a stage littered with props and musical instruments, the comic ensemble can be found tuning up, working out and mingling with the audience.
Then we’re off and running into the riotous carnival heart of the show, as a trip to the fairground becomes the leap-off point into a life-affirming series of skits and musical numbers that showcase the dexterous, multi-tasking clowning and musical skills of this irrepressible troupe. Normally, I’d pick out a few highlights, but the show is pretty much a succession of them.
A swan Lake parody featuring an ice-skating ballerino is a hoot; the Laurel and hardy tribute played in sync to stan and Ollie projected onto the back cloth a reminder of more innocent times; and the barbershop quartet segments, crooned in Dutch (it is in German) – which (don’t ask me why) just seems to up the comedy value tenfold – had me in stitches.
All of this interlaced with bursts of hot jazz that prove the clowning skills of this bunch are matched only by their impeccable musical skills. Take it from me, these boys can play every bit as well as they can play around. Packed full of cartoonish, slapstick brio and presided over by a lovable, fast-talking huckster you could swear was Zeppo Marx come back from the grave, the show is one big glorious riot from start to finish and well deserving of its standing ovation. Buy a ticket while you still can.
★★★★
FRINGE PHYSICAL THEATRE REVIEWS: SLÄPSTICK, ASSEMBLY GEORGE SQUARE THEATRE
by: Mary Brennan
OFF-stage, the five guys in Släpstick have clearly spent time absorbing the evergreen schtick of Hollywood greats like Laurel and Hardy, and the Marx Brothers. On-stage, it’s their own zany energy that refreshes the visual gags from silent movies or the comedy capers out of old-time vaudeville. They even recreate fairground sideshows, merrily wheedling audience members to throw balls at tin cans or compete in a cod shooting gallery. This looning-around is hugely entertaining in itself, but this Dutch troupe are also talented and versatile musicians, who can shift from a capella crooning to rag-time instrumentals by way of poptastic spoof. Kids and adults alike succumb to giggles and guffaws at a cavalcade of daftness that is superbly orchestrated and never misses a trick.
★★★★★
VIRTUOSIC MUSICAL COMEDY IS A FEAST FOR THE EYES AS WELL AS EARS
by: Katharine Kavanagh
A slapstick was once a device used to create sound and comedy simultaneously. Making good on their title’s promise, Släpstick never miss a beat in their multi-skilled, multi-instrumentral homage to past greats, delivering a tour-de-force musical extravaganza of classic physical comedy.
The Dutch band have been directed by Stanley Burleson, who has created a dramaturgically complete universe of vintage hipster appeal, set in the backstage area of an old Hollywood lot. Projections of silent movie footage, exquisite costume design from Jan Aarntzen, and gorgeous colours shining on brass and warm wood—an orchestral collection of every instrument you could imagine—set the scene for a series of clowned compositions based at a fictional fairground. New Jersey patter man Jon Bittman is extraordinary as he rustles up custom for half-time games between musical sketches.
The choice of instruments played is as integral to the action as the five men’s impeccable comic timing, and offers some inventive suprises too. There is a ghost of hurdy-gurdy beneath all the mash-up compositions, but if this is not to your usual taste the song material offers enough variety to hold interest, spanning barbershop Beyoncé, television themes and old man crooning that also manages to strike a chord on the inside.
We’re left, though, with one big conundrum. Is it: “How did these clowns become such accomplished musicians?” Or is it: “How did these musicians become such accomplished clowns?”.